Compostmeesters
               
Merksplas
                            Compostmeesters > Systemen + werking > De composthoop
Kies een beschaduwde plaats voor de aanleg van de composthoop. Voor de onderste laag (oppervlakte minstens 2 m2) van de composthoop gebruik je grof materiaal, zoals versnipperde stengels. Het ideale moment om te starten met je composthoop is daarom na een snoeibeurt in je tuin. De composthoop wordt laagsgewijs opgebouwd tot een hoogte van ongeveer 1,5 m. Bij iedere laag wordt langs de contouren het materiaal als een muurtje opgebouwd en vervolgens binnenin bijgevuld. Op die manier krijgt de hoop een rechte wand. Meng zoveel mogelijk "groen" en "bruin" materiaal onder elkaar. Waterrijke en structuurloze "slappe" afvalstoffen (= groen materiaal), zoals gras en fruitresten, spreid je over de hele oppervlakte van de composthoop uit of meng je met de drogere materialen (= bruin materiaal) zoals houtsnippers en bladeren die je in voorraad hebt. Maak eventueel de hoop bovenaan kuilvormig zodat, tot aan de eerste omzetting nog keukenafval, grasmaaisel e.d. kan toegevoegd worden.

Na enkele dagen al stijgt de temperatuur in de hoop tot 50 à 70 °C en soms zelfs meer: het composteringsproces is begonnen.

Na enkele weken (hooguit 2 maanden) zet je de composthoop om, waarbij je alles luchtig en duchtig door elkaar mengt. De temperatuur zal nu gedurende een korte tijd opnieuw wat stijgen. Na verloop van tijd zakt de composthoop geleidelijk in, daalt de temperatuur en beginnen wormen de hoop verder te verteren.

Bij de tweede omzetting, nog eens enkele weken later, zal je van het oorspronkelijke materiaal niet veel meer terugvinden. Na ongeveer zes maanden begint de composthoop te ruiken naar verse bosgrond. De compost is, na zeven, klaar voor gebruik.

Een goed aangelegde composthoop verspreidt weinig of geen geur, zodat burenhinder uitblijft. Als je over voldoende plaats beschikt, is het beter dat je twee of drie hopen per jaar aanlegt, in functie van je hoeveelheid afval.