Compostmeesters
               
Merksplas
                            Compostmeesters > De basis van het composteren
Veel werk vraagt thuiscomposteren niet: zo nu en dan het materiaal omzetten om het te beluchten, de rest doet de natuur. Als je je aan een paar eenvoudige regels houdt, kan er niets mis gaan. Vergeet de praatjes over stank, ratten of zurigheid. Die verhalen komen misschien wel van mensen die ooit eens wat afval op een hoop gooiden, maar nooit van mensen die een echte composthoop opzetten en echt weten waarover ze praten.

Start in het voorjaar, zomer of herfst. 

Zet nooit een composthoop op of start nooit het vullen van een compostvat bij vriesweer, omdat het afbraakproces dan kan stilvallen.

Gebruik zoveel mogelijk vers materiaal.

Het keuken- en tuinafval wordt best zo vers mogelijk op de composthoop of in het compostvat aangevoerd. Vermeng het met het reeds aanwezige materiaal om uitdrogen te vermijden.

Voeg geen te grof materiaal toe.
Om de micro-organismen goed toe te laten, mag het afval niet te grof zijn. Daarom knip je de stengels van bv. bloemen of andere planten, en lange twijgjes beter in korte stukjes. Takken worden beter met een hakselaar verkleind.

Meng goed.
De micro-organismen (bacteriÎn, schimmels,...) en kleine beestjes (wormen ...) die voor de afbraak zorgen, hebben voedsel, water en lucht nodig. Goed composteren betekent dan ook vooral goed mengen. Droog of stug afval (stro, kleine takjes,...) meng je best met water- en voedselrijk materiaal (gemaaid gras, keukenafval). Het droge afval zorgt dan voor de luchtcirculatie en het natte afval voor het water en voedsel. Zo kunnen de bacteriën en schimmels best hun gang gaan.

Let op voor grote hoeveelheden.
Voeg nooit te grote hoeveelheden van hetzelfde materiaal in één keer toe. Grote hoeveelheden gras of bladeren kun je gerust in je tuin uitstrooien tussen struiken en bomen. Deze vormen immers een ideale mulchlaag (deklaag), die de groei van onkruid tegenhoudt.

Hou je composthoop of compostvat in het oog.
Door het intens afbraakproces stijgt de temperatuur in de compost en gaan de afbraakorganismen nog sneller werken. Bij temperaturen boven de 50 °C kunnen deze organismen zelfs onkruidzaden en ziektekiemen vernietigen. Door de stijging van de temperatuur verdampt ook al het overtollige vocht.

Belucht de compost.
Het proces van de compostering wordt sterk bevorderd door de compost te beluchten. Als je met een composthoop of een compostbak werkt, moet je de compost omzetten. Bij een composthoop doe je dat met een riek. Als je met compostbakken werkt, verplaats je de inhoud van de ene bak naar de andere. In een. compostvat kun je met een beluchtingsstok werken.