Compostmeesters
               
Merksplas                            
Compostmeesters > De systemen en hun werking > De wormenbak

Vooraf !!!
Composteren met een wormenbak vraagt veel aandacht. Omdat het systeem erg compact is, is het zeer gevoelig voor schommelingen van de temperatuur en de vochtigheidsgraad. Zonder de vereiste verzorging kan de inhoud van een goed werkende wormenbak
op korte tijd in een stinkend brij veranderen. Blijf daarom een wormenbak steeds goed in de gaten houden. U bent gewaarschuwd.

Het composteren
Zet de wormenbak niet in de zon maar zoek een beschut plekje. Dit kan in de tuin zijn, maar evengoed in een berging of garage. Let er wel voor op dat de temperatuur er niet te extreem hoog of laag is. De compostworm voelt zich het best bij temperaturen van 15 tot 25 °C.

Het opstarten van de wormenbak gebeurt als volgt. Leg onderaan in de bak een grondlaag van half verteerde compost waarin zich wormen en andere afbraakorganismen bevinden. Gooi je keukenafval dagelijks in een dunne laag bovenop het reeds aanwezige materiaal. Je kan af en toe wat papiersnippers toevoegen, dit vormt voor de compostwormen een ideaal nestmateriaal. Het duurt altijd een aantal weken vooraleer de wormen het nieuwe organische materiaal beginnen te verteren. Ze eten immers geen vers afval. Eerst dient een bacteriële omzetting plaats te vinden.

Niet om het even welke worm komt in aanmerking voor een wormenbak. Enkel de Eisenia foetida is geschikt voor de compostering. Regenwormen (Lumbricus terrestris) overleven niet in de wormenbak. Je kunt de compostwormen vinden bij commerciële wormenkwekers, in hengelsportwinkels of gewoon in de composthoop van je buurman.

Wormen houden niet van licht, daarom moet je steeds je wormenbak afsluiten.

Het oogsten: Gebruik je een enkele bak, dan wacht je tot je bak gevuld is, je haalt het onverteerde materiaal uit de bak, waarna je de compost kan oogsten. Start de wormenbak terug op met het onverteerde materiaal.

Bij het gebruik van een dubbele bak (waarbij de twee compartimenten van elkaar gescheiden zijn door een geperforeerde tussenwand) begin je, zodra het ene compartiment vol is, het andere te vullen. Zodra de compostwormen klaar zijn in de ene bak kruipen ze door de gaatjes naar de andere waar ze onverstoord door gaan. Op dat ogenblik kan je de compost uit de niet actieve bak oogsten.

En dan is er nog de stapelbak. Deze bestaat uit een reservoir met daarop een drietal bakken met een geperforeerde bodem. Hierop komt een deksel waarmee het geheel afgesloten wordt. Bij dit systeem wordt eerst de onderste bak gevuld, daarna de middelste en dan de bovenste. Op het ogenblik dat deze laatste gevuld is, is de compostering in de onderste bak gedaan en zijn de wormen, door de geperforeerde bodem, naar de middelste bak verhuisd. De onderste bak wordt uit het systeem gehaald, geledigd en bovenaan teruggeplaatst. Nu kan deze terug gevuld worden, waarna alles zich weer herhaalt.

Opgelet!!!
Bij een gesloten systeem moet regelmatig het percolaatvocht worden afgelaten. Dit gebeurt langs het daarvoor voorziene kraantje. Het percolaat kan gemengd met water (1 deel percolaat / 10 delen water) gebruikt worden als meststof voor planten. Wegens zijn kwalijke geur is het gebruik ervan binnenshuis sterk af te raden. Open systemen moeten buiten gebruikt worden zodat het percolaatvocht in de bodem kan dringen.